Nieuwe partner HDK Advocaten

 

HDK Advocaten is verheugd te melden dat Jeroen Dijkman zich met ingang van 1 juli als partner aansluit bij ons kantoor. Met zijn expertise, vakkennis en enthousiaste persoonlijkheid is Jeroen een waardevolle aanvulling binnen ons team.

Jeroen is een gespecialiseerde Amsterdamse arbeidsrechtadvocaat met jarenlange ervaring in de (inter)nationale praktijk. Zijn cliënten bestaan onder meer uit (middel)grote ondernemingen en hoger management, hetgeen goed aansluit bij de cliënten die HDK al jarenlang succesvol bedient. Met de komst van Jeroen breidt HDK haar all round arbeidsrechtelijke dienstverlening verder uit.

Regeling compensatie transitievergoeding

Onlangs is de lang verwachte Regeling compensatie transitievergoeding bij einde arbeidsovereenkomst na langdurige arbeidsongeschiktheid (in concept) gepubliceerd (Kamerstukken II, 34699, bijlage bij de nota naar aanleiding van het verslag). De reden voor deze Regeling ligt in het feit dat het door veel werkgevers als onrechtvaardig wordt ervaren dat bij ontslag na twee jaar arbeidsongeschiktheid van een werknemer ook nog de transitievergoeding te moet worden betaald, nu de kosten gedurende de arbeidsongeschiktheid hoog kunnen oplopen. In de praktijk zien we dat werkgevers onder deze transitievergoeding uit proberen te komen door een werknemer na twee jaar arbeidsongeschiktheid ‘slapend’ in dienst te houden, in plaats van te ontslaan. Volgens vaste jurisprudentie is dit niet ontoelaatbaar, maar erg netjes is het wellicht ook niet. Om zowel werkgever als werknemer tegemoet te komen, is de Regeling compensatie transitievergoeding aangekondigd.

De maatregelen moeten op 1 april 2020 van kracht worden. Deze luiden – kort opgesomd – als volgt:

  • Een werkgever kan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (“UWV”) een verzoek doen tot uitbetaling van een compensatie ter hoogte van de (transitie)vergoeding die de werkgever heeft betaald bij de beëindiging van het dienstverband, vanwege het feit dat de werknemer langer dan 104 weken arbeidsongeschikt is geweest. Let op, het verzoek kan pas gedaan worden nadat deze aan de werknemer is betaald;
  • De compensatie kan worden verstrekt na opzegging via het UWV, ontbinding bij de kantonrechter of beëindiging via een beëindigingsovereenkomst. Het maakt dus niet uit of het formeel de transitievergoeding of een uitonderhandelde beëindigingsvergoeding betreft;
  • De aanvraag van deze compensatie dient binnen zes maanden na uitbetaling te worden gedaan bij het UWV;
  • De Regeling kan met terugwerkende kracht worden toegepast vanaf 1 juli 2015. Let op, voor deze zogenoemde ‘oude gevallen’ geldt dat de aanvraag vóór 31 september 2020 dient te worden gedaan;
  • Bij ministeriële regeling zullen de regels met betrekking tot de aanvraag en de verstrekking van deze compensatie nader worden vormgegeven.

Vanzelfsprekend zijn de bovenstaande punten enkel een weergave van de hoofdlijnen. Bovendien mogen er via de cao aanvullende afspraken gemaakt worden. HDK Advocaten houdt de ontwikkelingen in de gaten en u op de hoogte.

Boete wegens onjuiste aanzegging

Onlangs heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden een interessante uitspraak gedaan over de vergoeding wegens schending van de aanzegverplichting bij tijdelijke contracten (artikel 7:668 lid 1 BW). Werknemer en werkgever zijn met elkaar een arbeidsovereenkomst aangegaan voor bepaalde tijd tot 6 mei 2017. Op 30 maart 2017 hebben partijen met elkaar om de tafel gezeten, waarbij de werkgever stelt dat zij mondeling aan de werknemer te kennen heeft gegeven de arbeidsovereenkomst te willen verlengen onder dezelfde voorwaarden. Op 24 april 2017 stapt de werknemer naar de werkgever en deelt mee de arbeidsovereenkomst toch niet te willen verlengen.

De werknemer stelt nu dat de werkgever een aanzegvergoeding verschuldigd is, omdat de voortzetting van de arbeidsovereenkomst niet schriftelijk dan wel tijdig te kennen is gegeven. De kantonrechter heeft het verzoek van de werknemer toegewezen. De werkgever laat het er niet bij zitten en stelt hoger beroep in.
Het hof begrijpt dat het voor de werkgever onterecht voelt dat zij de vergoeding verschuldigd is, omdat de werknemer de arbeidsovereenkomst wenst te beëindigen en derhalve niet door toedoen van de werkgever is geëindigd. De werkgever stelt dat bij onduidelijkheid bewijslevering dient plaats te vinden en biedt bewijs van de door haar gestelde feiten aan, maar daar gaat het hof niet op in.

Daar tegenover staat, aldus het hof, dat de onduidelijkheid die is ontstaan eenvoudig voorkomen had kunnen worden door het gesprek van 30 maart 2017 schriftelijk vast te leggen. De werknemer herkent zich namelijk niet in de inhoud van het gesprek van 30 maart 2017. De wet schrijft nadrukkelijk voor dat de aanzegging, ongeacht of het een beëindiging of (aanbod tot) voortzetting van de arbeidsovereenkomst betreft, schriftelijk dient te gebeuren. Bewijsvoering is in deze niet nodig nu er niet is voldaan aan het schriftelijkheidsvereiste uit de wet en de situatie eenvoudig had kunnen worden voorkomen als de werkgever een en ander per brief/email zou hebben bevestigd.

Het hof bekrachtigt de uitspraak van de kantonrechter en veroordeelt de werkgever tot betaling aan de werknemer van de aanzegvergoeding, in casu een maandsalaris.

Les voor de werkgever: zeg altijd schriftelijk aan, ook al lijkt de vraag of er verlengd moet worden nog zo eenvoudig. Een werknemer kan zich bedenken of een en ander herinnering aan een gevoerd gesprek hebben.

Link naar de uitspraak

Werkgevers: arbobeleid aanpassen voor 1 juli, anders (mogelijk) boete!

De Arbeidsomstandighedenwet (bij velen bekend als “de Arbowet”) is vorig jaar per 1 juli 2017 gewijzigd. Doel van de wijzigingen is een grotere betrokkenheid van de stakeholders bij de arbodienstverlening en meer aandacht voor preventie.

Heel kort gezegd zijn de belangrijkste concrete wijzigingen (i) de invoering van een basiscontract tussen werkgever en arbodienstverlener, (ii) een open spreekuur van de bedrijfsarts en vrije toegang van die bedrijfsarts tot de werkvloer, (iii) de mogelijkheid van een second opinion voor werknemers (niet voor werkgevers) bij een andere bedrijfsarts en (iv) het met instemming van de ondernemingsraad of PvT benoemen van een preventiemedewerker met specifieke en stevigere taken en verantwoordelijkheden dan voorheen.

Werkgevers hebben tot 1 juli 2018 de tijd gekregen om het basiscontract op orde te krijgen en de nieuwe regels te implementeren. Als dat niet of niet goed is gebeurd, dan zal de Inspectie SZW (vroeger bekend als “de Arbeidsinspectie”) gaan handhaven. Afhankelijk van ernst en soort overtreding, betekent dat (forse) boetes voor werkgevers.

Werkgevers: u heeft nog een paar weken. Zorg dus dat u “Arbo-proof” bent!

Vragen? Neem contact op met een van de advocaten van HDK. Wij helpen u graag.