Hoge Raad redt het ontslag op staande voet

Vandaag heeft de Hoge Raad een belangrijk arrest gewezen voor de dagelijkse ontslagpraktijk.

De Hoge Raad laat daarbij – subtiel als altijd – blijken van enige kritiek op de wetgever en repareert een ongerijmdheid in het wettelijk stelsel. Lange tijd bestond er vanwege die ongerijmdheid in de wet debat of er na een door de rechter in hoger beroep alsnog geldig geoordeeld ontslag op staande voet, toch loon was verschuldigd. Velen meenden van wel. De Hoge Raad (gelukkig) niet.

Bij een ontslag op staande voet dat door de kantonrechter ongeldig wordt geoordeeld, maar door het gerechtshof alsnog geldig wordt bevonden, blijft de arbeidsovereenkomst technisch bestaan tot het moment van de uitspraak van het gerechtshof. De wet laat het namelijk in deze specifieke situatie niet toe de arbeidsovereenkomst alsnog met terugwerkende kracht te laten eindigen per de oorspronkelijk ontslagdatum. De Hoge Raad heeft nu dus bepaald dat in die tussentijd, de werkgever als uitgangspunt geen loon behoeft te betalen aan de werknemer, ook niet als die zich uitdrukkelijk beschikbaar heeft gehouden voor zijn werk. Uiteraard laat de Hoge Raad ruimte voor uitzonderingsgevallen; de basis is evenwel duidelijk.

Wat moet een werkgever nu doen als de kantonrechter een ontslag op staande voet vernietigt en de werkgever het daar niet mee eens is? Als eerste: de werknemer niet toelaten tot het werk, omdat anders uiteraard wel loon verschuldigd is. En ten tweede: snel hoger beroep instellen en proberen het gerechtshof tot een ander oordeel te brengen. Jurisprudentie laat zien dat dit alleen al vanuit statistisch oogpunt redelijke kans van slagen heeft: het komt geregeld voor dat het gerechtshof anders denkt en oordeelt over een ontslag op staande voet.

De Hoge Raad heeft met zijn oordeel van vandaag het ontslag op staande voet dus gered van een wisse dood. Een tegenovergesteld oordeel (ontslag geldig, maar wel loon betalen) had het ontslag op staande voet simpelweg te risicovol en te duur gemaakt. Dit neemt overigens niet weg dat dit uiterste arbeidsrechtelijke middel nog steeds met de nodige voorzichtigheid en terughoudendheid moet worden toegepast. Een te lichtvaardig gegeven onmiddellijk ontslag kan een werkgever nog altijd in ernstige problemen brengen. Het adagium “bezint eer ge begint” blijft dus van toepassing in de situatie dat een werkgever ontslag op staande voet overweegt.

Wel of geen ontslag op staande voet? De advocaten van HDK denken graag met u mee.

Link naar het arrest van de Hoge Raad