Update premiedifferentiatie WW
Op 1 januari 2020 is de Wet arbeidsmarkt in balans (“WAB”) in werking getreden. Onderdeel van de WAB is de premiedifferentiatie voor de WW. Dat betekent dat werkgevers voor vaste contracten (arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd die geen oproepovereenkomst zijn) een lage premie voor de WW afdragen (2,94%) en voor alle andere arbeidsovereenkomsten een hoge premie (7,94%). Deze maatregel is opgesteld vanuit de gedachte dat werkgevers die een hoger werkloosheidsrisico hanteren, door veel met flexibelle arbeid te werken, meer dienen bij te dragen aan de WW.
In de aanloop naar de inwerkingtreding van de WAB kwamen er steeds meer vragen uit de praktijk, met name over de bewijslast van werkgevers om aan te tonen dat zij werken met contracten voor onbepaalde tijd. Als een werkgever immers niet kan aantonen dat sprake is van een vast contract, dan is de hoge WW-premie van toepassing. In de afgelopen twee maanden is duidelijk geworden dat, om aan te tonen dat sprake is van een vast contract, werkgevers onderstaande gegevens beschikbaar moeten hebben:
- op de loonstrook moet worden vermeld of werknemer een arbeidsovereenkomst voor bepaalde of onbepaalde tijd heeft, of sprake is van een oproepovereenkomst en of de arbeidsovereenkomst schriftelijk is overeengekomen.
- in de loonadministratie dient een schriftelijke arbeidsovereenkomst aanwezig te zijn, dat wil zeggen een door beide partijen getekend contract voor onbepaalde tijd voor een vast aantal uren. Als dat niet het geval is, of als bijvoorbeeld een contract voor bepaalde tijd eenzijdig per brief is verlengd naar onbepaalde tijd, dan is dat onvoldoende. Dit kan worden gerepareerd door een schriftelijke bevestiging van het contract voor onbepaalde tijd (met een vast aantal uren) overeen te komen. Bijvoorbeeld door hierover een brief op te stellen waar werknemer voor tekent. Inmiddels is op 21 januari 2020 verduidelijkt dat de bevestiging ook digitaal mag worden overeengekomen, bijvoorbeeld door een werknemer te laten instemmen met een e-mail. De schriftelijke (of digitale) bevestiging wordt in de loonadministratie bewaard.
Werkgevers wordt tot 1 april 2020 een overgangsperiode geboden, zodat zij tijd hebben om hun administratie op orde te brengen. Werkgevers mogen tot 1 april 2020 de lage premie afdragen, ook als de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd nog niet schriftelijk is vastgelegd of als het addendum nog niet door beide partijen is ondertekend. Dit geldt alleen voor arbeidsovereenkomsten aangegaan vóór 1 januari 2020. Uiterlijk voor 1 april 2020 dient voor deze werknemers de door beide partijen ondertekende schriftelijke arbeidsovereenkomst of het door beide partijen ondertekende schriftelijke addendum alsnog in de loonadministratie aanwezig te zijn en moet daaruit blijken dat de werknemer op uiterlijk 31 december 2019 voor onbepaalde tijd in dienst was. Wordt daaraan niet voldaan, dan is alsnog met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2020 de hoge WW-premie verschuldigd.
Mocht u vragen hebben naar aanleiding van het bovenstaande, neemt u dan gerust contact met ons op.